Doorgaan naar hoofdcontent

Dialoog in je eentje

Mijn broer is oud, hij is al zes
Oei, dat is echt oud
Ja
En hij kan ook vliegen. Hij is een ridder.
Met zijn Riddercape
En hier staat die broer
Zucht wat heb je gedaan
Mijn broer is dood
Hij is niet dood
Hij staat gewoon aan de overkant
Maar ik ben ietsje sterker dan jouw broer
Maar mijn broer heeft ridderhaar
Hij is een ridder geworden
En hij kan een mens uit zijn auto duwen
Hij is het liefst
Mijn broer is stout.
Hij is ontslagen
Hij is geslagen
Hij is geslaagd
Hij heeft zijn diploma
Hij is een ridder
Yes!
Hij moet naar huis
O
Fwieeeeeeuw hij vliegt door de lucht
Hij gaat een huis optillen
Whaaaaaaa BOEM!

Mama? Mag ik een boterham met leverpastei?
Nu hè?
Niet straks.
Hier is m'n bord.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Gepuzzel op hoog niveau

‘Oké, dus we gaan onze stakingsdag wat meer ruchtbaarheid geven? Een beetje meer geluid uit de praktijk? Goed idee?’ We hebben een studiemiddag en met het hele team zitten we bij elkaar. Wat gaan we doen 12 december en hoe pakken we dit aan? Allereerst vormen we een werkgroep. Eén collega stelt voor om een column te schrijven over de reden waarom we gaan staken. Het moet een verhaal uit de onderwijspraktijk worden dat alle argumenten ondersteunt en kleur geeft. Maar hoe maak je dan duidelijk hoe urgent het probleem is, zonder te verzanden in een klaagzang of een waslijst met werkzaamheden? Met deze zogenaamde breinbreker gaan wij aan het einde van middag naar huis. Als ik thuis aan tafel samen met mijn oudste zoon een puzzel van 1000 stukjes probeer op te lossen, denk ik na over de column. En ineens weet ik het: het gepuzzel doet me denken aan ons kunst- en vliegwerk wanneer wij vervanging zoeken. Het zoeken naar stukjes, het passen en meten, de frustratie als het juiste stukje niet

geen fijne dag

Swieber, onze mooie rooie kater van nog geen jaar oud is overleden. Overreden moet ik misschien zeggen, want dat is helaas het geval. Als Manlief op goed geluk op de site van Amivedi kijkt omdat onze mooie rooie vannacht niet thuis gekomen is, verstrakt zijn blik en zucht hij dat we niet meer verder hoeven te zoeken. Ik kan het niet geloven en huil van schrik dikke tranen. Onze mannetjes zien het gebeuren en vragen bezorgd wat er aan de hand is. Als ik vertel dat Swieber dood is en nooit meer terug komt, zijn ze even van de wijs. Uk komt naar me toe. ' kusje mama?' en hij geeft een lief Peuterzoentje op m'n wang. Hij kijkt nog even of het helpt, klimt in m'n armen ('mama ik wil jou tillen') en aait zachtjes met zijn peuterhandjes over m'n wangen. 'Hoef je nu niet meer te huilen mama?' Oudste Zoon wil alles weten. 'Hoe kan dat dan? Waar is hij nu? Komt hij echt niet meer terug? Mama, ik mis Swieber zo erg! Is hij nu een sterretje? Maar ik zie hem

Pomme en Zwieber

Hoera, ze zijn er! Onze nieuwe harige huisgenootjes! Zodra we thuis komen bevrijden we ze uit hun reismandje. Schuchter snuffelend stappen ze rond, langzaam hun nieuwe onderkomen ontdekkend. Het ziet er schattig uit. Zodra m'n jongste zoon thuis komt is het echter gedaan met de rust. Onder een luid: jaaaaa, poesjes!! ren-huppelt hij door de kamer, zigzaggend achter Pomme en Zwieber aan. De katertjes schieten onder de bank, maar vinden daar geen rust, want Peuter is nog klein en glijdt er met gemak achteraan. Daarom vliegen ze weer onder de bank vandaan, recht in de armen van m'n oudste. Die is niet te beroerd om ze even op te tillen en uitgebreid te knuffelen. Hij geniet. Van de katjes weet ik dat niet zeker. Gelukkig is het bijna bedtijd, dat geeft rust. Na een paar dagen tillen, knuffelen, rennen, spelen, vluchten, op tafels en in kasten klimmen, begint het te wennen, die nieuwe huisgenoten. Ik vis ze geroutineerd uit de vaatwasser, van het aanrecht en uit een ladekastje, de