Dat je jezelf hoort zeggen: ‘doe je een beetje voorzichtig met je nieuwe schoenen’, terwijl je natuurlijk ook wel weet dat het geen donder uitmaakt wat je zegt. Die schoenen gaan er aan. Maar in je enthousiasme voor de nieuwe schoenen roep je het toch en iets te vaak, met als gevolg dat zoonlief zijn nieuwe schoenen consequent links laat liggen en kiest voor die foeilelijke, afgetrapte sneakers die met draadjes aan elkaar hangen, maar die ‘zo lekker voetballen’. Ok, missie geslaagd: de peperdure schoenen blijven netjes. Prima toch?
Maar in een helder moment kom je tot inkeer. Plotsklaps is daar de angst dat ze dat zullen blijven tot het moment komt waarop ze niet meer passen. Dat moment komt dichterbij, dat moment is bijna, dat is misschien wel nu. Dat is er namelijk áltijd van de ene op de andere dag. Paniek! De schoenen moeten gedragen worden. En wel nú! Maar zoonlief weigert mee te waaien met de nukken van z’n moeder en is dus niet zomaar om te praten. Maar je zet door en het nieuwe regime werpt z’n vruchten af: zoonlief draagt zowaar een enkele keer de nieuwe schoenen. Hoera! Missie 2 is ook geslaagd.
Het is oudejaarsdag. De mannen hebben een vriendje te spelen en gaan lekker naar buiten. Vertederd kijk ik door het raam. Drie mannetjes zijn aan het voetballen. Voetballen. Eh ja. In de regen. En in grote plassen water. Hele grote plassen water. En ze rennen erdoor en ze spatten elkaar nat en heel nat en nog natter en ik betrap me op de gedachte: ‘Als hij nu maar niet...?’ De bel gaat en ik doe open. Drie mannetjes druipen de gang in. Drie paar drijfnatte schoenen. Drie paar sokken kan ik buiten uitwringen. En de schoenen...? Drie keer raden welke hij aan had. Zucht.
Maar in een helder moment kom je tot inkeer. Plotsklaps is daar de angst dat ze dat zullen blijven tot het moment komt waarop ze niet meer passen. Dat moment komt dichterbij, dat moment is bijna, dat is misschien wel nu. Dat is er namelijk áltijd van de ene op de andere dag. Paniek! De schoenen moeten gedragen worden. En wel nú! Maar zoonlief weigert mee te waaien met de nukken van z’n moeder en is dus niet zomaar om te praten. Maar je zet door en het nieuwe regime werpt z’n vruchten af: zoonlief draagt zowaar een enkele keer de nieuwe schoenen. Hoera! Missie 2 is ook geslaagd.
Het is oudejaarsdag. De mannen hebben een vriendje te spelen en gaan lekker naar buiten. Vertederd kijk ik door het raam. Drie mannetjes zijn aan het voetballen. Voetballen. Eh ja. In de regen. En in grote plassen water. Hele grote plassen water. En ze rennen erdoor en ze spatten elkaar nat en heel nat en nog natter en ik betrap me op de gedachte: ‘Als hij nu maar niet...?’ De bel gaat en ik doe open. Drie mannetjes druipen de gang in. Drie paar drijfnatte schoenen. Drie paar sokken kan ik buiten uitwringen. En de schoenen...? Drie keer raden welke hij aan had. Zucht.
Reacties
Een reactie posten