Het is een gezellige puinhoop op de keukentafel. Er liggen gekleurde stukjes papier, stokjes, steentjes en een bananenschil. De vierjarige aanstichter van de puinhoop zit even verderop; een rode blos op zijn wangen, de benen in kleermakerszit, de ogen gericht op een nieuwe race-app. Ik mompel iets pedagogisch over samen opruimen en roep hem tot de orde.
'Uk wat moet ik met al die papiertjes doen die hier liggen?'
'Die moet je ophangen'
'Ophangen?'
'Ja dat zijn vlaggetjes'
'Eh, vlaggetjes?'
'Ja. Daar moeten nog touwtjes aan'
Ik werp kennelijk een nogal onnozele blik op mijn uk, want hij vervolgt met de genadeklap:
'Dat is voor jou. Voor moederdag. Dan gaan we ze ophangen'
Slik
'Mooi zijn ze hè?'
Hij werpt me zijn allerbeminnelijkste glimlach toe.
Ok. Dit is een nieuwe dimensie aan de we-dwarsbomen-altijd-en-op-alle-mogelijke-manieren-het-opruimen terreur van mijn kleine ukken.
Sentiment.
En het werkt nog ook.
Zucht.
De 'vlaggetjes' kunnen nog even niet weg. Uk komt naar de tafel om me te kijken of ik inderdaad niks weggooi. 'Kijk mama', hij wijst op de stokjes en steentjes 'deze heb ik allemaal helemaal in mijn eentje gevonden'
Hij legt ze één voor één voor me neer. Het is een aardige verzameling. 'Kijk', zegt hij zoet 'deze heb ik voor mijn hele familie gevonden!' Hij kijkt me schattend aan en ziet het: stokjes en steentjes gered van mama's opruimwoede; check.
2-0 voor Uk.
Uiteraard.
Uk kijkt van mij naar de bananenschil. Dat deze opgeruimd moet worden is onvermijdelijk. Hij weet het. Hij pakt 'm op om er mee naar de prullenbak te lopen en trekt hem een beetje uit elkaar. Een dun draadje verbindt de verschillende stukken schil met elkaar.
'Hé mama! Kijk!'
(O, nee toch...)
'Het is een bananenslinger voor mijn bananenverjaardag!'
Uk straalt.
'Voor als ik zes word!'
3-0.
'Uk wat moet ik met al die papiertjes doen die hier liggen?'
'Die moet je ophangen'
'Ophangen?'
'Ja dat zijn vlaggetjes'
'Eh, vlaggetjes?'
'Ja. Daar moeten nog touwtjes aan'
Ik werp kennelijk een nogal onnozele blik op mijn uk, want hij vervolgt met de genadeklap:
'Dat is voor jou. Voor moederdag. Dan gaan we ze ophangen'
Slik
'Mooi zijn ze hè?'
Hij werpt me zijn allerbeminnelijkste glimlach toe.
Ok. Dit is een nieuwe dimensie aan de we-dwarsbomen-altijd-en-op-alle-mogelijke-manieren-het-opruimen terreur van mijn kleine ukken.
Sentiment.
En het werkt nog ook.
Zucht.
De 'vlaggetjes' kunnen nog even niet weg. Uk komt naar de tafel om me te kijken of ik inderdaad niks weggooi. 'Kijk mama', hij wijst op de stokjes en steentjes 'deze heb ik allemaal helemaal in mijn eentje gevonden'
Hij legt ze één voor één voor me neer. Het is een aardige verzameling. 'Kijk', zegt hij zoet 'deze heb ik voor mijn hele familie gevonden!' Hij kijkt me schattend aan en ziet het: stokjes en steentjes gered van mama's opruimwoede; check.
2-0 voor Uk.
Uiteraard.
Uk kijkt van mij naar de bananenschil. Dat deze opgeruimd moet worden is onvermijdelijk. Hij weet het. Hij pakt 'm op om er mee naar de prullenbak te lopen en trekt hem een beetje uit elkaar. Een dun draadje verbindt de verschillende stukken schil met elkaar.
'Hé mama! Kijk!'
(O, nee toch...)
'Het is een bananenslinger voor mijn bananenverjaardag!'
Uk straalt.
'Voor als ik zes word!'
3-0.
Reacties
Een reactie posten