19.00 twee mannetjes zitten op de bank, elk met een ijsje in hun hand. Ze kijken naar een herhaling van Koekeloere. De vader van de jongetjes neemt afscheid, hij heeft een afspraak, en vertrekt.
19.14 Koekeloere is afgelopen. De ijsjes zijn op. Tijd om naar boven te gaan
19.16 we vertrekken naar boven
19.17 nu echt
19.18 echt
19.20 boven aangekomen
19.32 na poets-, plas- en wasritueel; één mannetje op schoot, de ander er naast. Voorlezen.
19.35 mannetje 1 slaapt.
19.36 mannetje 2 kondigt aan 'dat hij niet kan slapen' (deja vu)
19.50 op de bank met een kopje thee
19.51 babyfoon registreert feilloos grote hoeveelheid decibellen
19.51.02 ik ben boven. Mannetje 1 slaapt (gelukkig) nog steeds. Mannetje 2 zit triomfantelijk rechtop in bed. Hij heeft dorst. Ik geef hem een beker water en trek die net op tijd weer weg. Zijn ongecontroleerde bewegingen zijn namelijk funest voor mijn avondrust; voor je het weet sta je een bedje te verschonen. Ik geef hem een boekje.
19.58 weer beneden.
20.00 de babyfoon maakt zachte geluidjes. Klinkt niet als slapende Peuter, maar toch enigszins geruststellend. Peuter zal nu wel snel gaan slapen.
20.12 SCHREEUW!
20.12.01 (ik word steeds sneller); boven. Mannetje 1 slaapt godzijdank nog steeds. Mannetje 2 ligt overdwars in Peuterbed, dat op miraculeuze wijze ineens halverwege de kamer staat. Hij huilt; zijn knie doet zeer. Ik vraag wat zijn bed van plan was. Hij heeft geen idee. Ik troost Peuter met een dikke knuffel en zet z'n bedje waar het hoort.
20.15 weer beneden. Thee is koud. Gauw nieuwe zetten.
20.17 hèhè.
20.18 lekker die thee (au, heet)
20.19 hang onder kraan met koud water
20.21 hèhè. Lekker die thee. Boven is het nu stil. Eindelijk.
20.45 toch niet. 'Mama! Ik moet een pleister!' Ik roep heel onpedagogisch naar boven dat het allemaal wel mee zal vallen en dat hij nu toch echt moet gaan slapen. Peuter roept terug dat het 'toch echt allemaal niet mee valt' en dat hij ernstig gewond is.
20.46 toch maar even naar boven.
20.47 vleeswond blijkt los velletje en 'nee daar hoeft geen pleister op'.
'Echt niet?'
'Echt niet'
20.48 weer beneden en nu vast van plan niet meer naar boven te gaan.
20.49 al breekt ie de tent af.
20.50 echt niet.
20.55 ik vertik het
21.25 stilte (eindelijk)
21.26 zou het goed gaan?
21.28 ik ga gewoon niet kijken
21.30 echt
23.00 tijd om naar bed te gaan
23.01 huh? De slaapkamerdeur stond toch open? En de wc-deur dicht? Toch?
23.02 en de gordijnen... Hij slaapt wel.
23.05 mijn hart klapt bijna uit elkaar van liefde; twee slapende mannetjes en ik hou zó veel van ze!
23.06 met m'n voet in iets nats. Iets nats?
23.07 licht aan; 'iets nats' blijkt natte onderbroek van Peuter. Peuter ligt onschuldig te wezen in zijn bed. Met een schone onderbroek aan. Een wit waslabeltje aan de voorkant. Helemaal zelf gedaan. Bijna goed.
19.14 Koekeloere is afgelopen. De ijsjes zijn op. Tijd om naar boven te gaan
19.16 we vertrekken naar boven
19.17 nu echt
19.18 echt
19.20 boven aangekomen
19.32 na poets-, plas- en wasritueel; één mannetje op schoot, de ander er naast. Voorlezen.
19.35 mannetje 1 slaapt.
19.36 mannetje 2 kondigt aan 'dat hij niet kan slapen' (deja vu)
19.50 op de bank met een kopje thee
19.51 babyfoon registreert feilloos grote hoeveelheid decibellen
19.51.02 ik ben boven. Mannetje 1 slaapt (gelukkig) nog steeds. Mannetje 2 zit triomfantelijk rechtop in bed. Hij heeft dorst. Ik geef hem een beker water en trek die net op tijd weer weg. Zijn ongecontroleerde bewegingen zijn namelijk funest voor mijn avondrust; voor je het weet sta je een bedje te verschonen. Ik geef hem een boekje.
19.58 weer beneden.
20.00 de babyfoon maakt zachte geluidjes. Klinkt niet als slapende Peuter, maar toch enigszins geruststellend. Peuter zal nu wel snel gaan slapen.
20.12 SCHREEUW!
20.12.01 (ik word steeds sneller); boven. Mannetje 1 slaapt godzijdank nog steeds. Mannetje 2 ligt overdwars in Peuterbed, dat op miraculeuze wijze ineens halverwege de kamer staat. Hij huilt; zijn knie doet zeer. Ik vraag wat zijn bed van plan was. Hij heeft geen idee. Ik troost Peuter met een dikke knuffel en zet z'n bedje waar het hoort.
20.15 weer beneden. Thee is koud. Gauw nieuwe zetten.
20.17 hèhè.
20.18 lekker die thee (au, heet)
20.19 hang onder kraan met koud water
20.21 hèhè. Lekker die thee. Boven is het nu stil. Eindelijk.
20.45 toch niet. 'Mama! Ik moet een pleister!' Ik roep heel onpedagogisch naar boven dat het allemaal wel mee zal vallen en dat hij nu toch echt moet gaan slapen. Peuter roept terug dat het 'toch echt allemaal niet mee valt' en dat hij ernstig gewond is.
20.46 toch maar even naar boven.
20.47 vleeswond blijkt los velletje en 'nee daar hoeft geen pleister op'.
'Echt niet?'
'Echt niet'
20.48 weer beneden en nu vast van plan niet meer naar boven te gaan.
20.49 al breekt ie de tent af.
20.50 echt niet.
20.55 ik vertik het
21.25 stilte (eindelijk)
21.26 zou het goed gaan?
21.28 ik ga gewoon niet kijken
21.30 echt
23.00 tijd om naar bed te gaan
23.01 huh? De slaapkamerdeur stond toch open? En de wc-deur dicht? Toch?
23.02 en de gordijnen... Hij slaapt wel.
23.05 mijn hart klapt bijna uit elkaar van liefde; twee slapende mannetjes en ik hou zó veel van ze!
23.06 met m'n voet in iets nats. Iets nats?
23.07 licht aan; 'iets nats' blijkt natte onderbroek van Peuter. Peuter ligt onschuldig te wezen in zijn bed. Met een schone onderbroek aan. Een wit waslabeltje aan de voorkant. Helemaal zelf gedaan. Bijna goed.
Reacties
Een reactie posten