Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit 2012 tonen

Supermarkt

Het is zo'n dag waarop er niks uit mijn handen komt. Ik ben al een uur moed aan het verzamelen om naar de supermarkt te gaan. Het lukt nog niet erg. Ik zie op tegen het inpakken van twee kleine mannetjes die straks hun energie kwijt willen met twee kleine supermarktkarretjes. En dan heb ik het nog niet eens over het aantal keer dat Uk roept dat hij het 'zelluf' wil doen, de driftbui die volgt als het niet mag of lukt en dat mijn oudste steevast de helft van de supermarktinventaris mee wil nemen. Bovendien heb ik ernstig gebrek aan inspiratie als het gaat om het bedenken van een menu voor vanavond. Dat het de hele dag al regent helpt natuurlijk ook niet. Ondertussen doe ik kleine klusjes: de kattenbak verschonen, de etensbakjes dan ook meteen maar, eten maken voor de mannen, luiers verschonen, vaatwasser in- en uitruimen, keuken opruimen, melancholisch door fotoboeken van zonnige vakanties bladeren en tussen de buien door de logeercavia's voeren, want die staan buiten. D

Kast

Ik heb een kast gekocht. Niet bij Ikea, want dan moet je 'm zelf in elkaar zetten. Daar zijn heel leuke stukjes van, van mensen die veel grappiger zijn dan ik en het veroorzaken van 'het feest der herkenning' naar een hoger niveau hebben getild. Sketches waarbij de tranen over je wangen biggelen, meestal omdat je de dag ervoor zelf na een knutselmarathon met een hand vol schroefjes naar je net in elkaar gepuzzelde kledingkast stond te glunderen. Het is me één keer overkomen dat ik daarbij in de verkeerde ruimte stond (omdat daar meer plek was voor het in elkaar zetten) en ik spijtig moest constateren dat de kast niet door de deur paste. Maar dat overkomt je één keer. Nee, nu is dat beter geregeld. Ik heb de kast namelijk gekocht bij de Emmaus. Een tweedehandswinkel waarbij de volledige opbrengst ten goede komt aan een goed doel en de drijvende kracht achter de organisatie een grote groep toegewijde vrijwilligers is. En dat is leuk. Vrijwilligers. Vooral die van de toegewijd

Waterballet

'Ik ben een olifant!' roept Uk en spring-schuift met een grote plons in bad. De vergelijking gaat aardig op want er ontstaat een vloedgolf die nét iets hoger is dan de badrand. De golf landt op de badkamertegels en verplaatst zich naar de deur. Snel vis ik wat handdoeken uit de la en probeer de ellende op te dweilen. Ik werp een boze blik op Uk, die hij beantwoordt met een grijns. Ik kan er niks aan doen. Ik moet ook lachen, maar daarmee ontketen ik een waar waterballet. Hij kijkt naar zijn grote broer en partner-in-crime en tilt zijn kleine, mollige beentje op. Onder een luid: 'hajepoooo' landt het beentje in het water en vliegen de spetters in het rond. Grote broer vindt het nu ook een leuk spelletje en doet enthousiast mee. Binnen een mum van tijd is alles nat. Ik ook. Nu toch maar even streng toespreken dan, maar net als ik daar aan wil beginnen komt mijn lief de badkamer binnen. Hij kijkt me aan, lacht en dan gaat mijn fantasie met me aan de haal. Hij kijkt rond, z

Factor 100

Of ik altijd met factor 100 smeer? Vraagt mijn buurman, terwijl ik naast hem neerplof op een bankje in de speeltuin. Ik kijk naar zijn bruine en mijn witte benen en mompel iets over een gevoelige huid. Natuurlijk zet die opmerking me meteen weer aan het denken. Ik ben gezegend met een roomblanke huid, zoeen die langzaam kleurt en snel verbrand. Jarenlang heb ik gefrustreerd naast mijn lief-met-Indische-roots gelopen, die al bruin wordt van een zonnig weerbericht. Inmiddels doet het me niks meer. Dacht ik. Ondertussen zitten we al een uurtje op dat bankje in de zon en begin ik me af te vragen of ik me niet in moet smeren. Dat wordt natuurlijk een gênante vertoning: wit smeersel op die witte benen en bovendien: ik heb niks bij me. Ik besluit het niet te doen. Zal best meevallen, die zonkracht. We keuvelen gezellig verder en genieten van onze spelende kinderen, een lekker drankje bij de hand. Aan het einde van de middag vertrekt de buurman weer naar huis, zijn dochters én mijn zoon in zij

Pomme en Zwieber

Hoera, ze zijn er! Onze nieuwe harige huisgenootjes! Zodra we thuis komen bevrijden we ze uit hun reismandje. Schuchter snuffelend stappen ze rond, langzaam hun nieuwe onderkomen ontdekkend. Het ziet er schattig uit. Zodra m'n jongste zoon thuis komt is het echter gedaan met de rust. Onder een luid: jaaaaa, poesjes!! ren-huppelt hij door de kamer, zigzaggend achter Pomme en Zwieber aan. De katertjes schieten onder de bank, maar vinden daar geen rust, want Peuter is nog klein en glijdt er met gemak achteraan. Daarom vliegen ze weer onder de bank vandaan, recht in de armen van m'n oudste. Die is niet te beroerd om ze even op te tillen en uitgebreid te knuffelen. Hij geniet. Van de katjes weet ik dat niet zeker. Gelukkig is het bijna bedtijd, dat geeft rust. Na een paar dagen tillen, knuffelen, rennen, spelen, vluchten, op tafels en in kasten klimmen, begint het te wennen, die nieuwe huisgenoten. Ik vis ze geroutineerd uit de vaatwasser, van het aanrecht en uit een ladekastje, de

Twee Ikken

Twee kinderen, twee katten, twee (logeer-)cavia's... ik zie een patroon. En terwijl ik een kat uit de vaatwasser pluk, mijn jongste zoon sommeer om van een ladekastje af te komen en mijn oudste zoon verbied om van de bank te springen, bedenk ik me dat twee Ikken eigenlijk ook geen slecht idee zou zijn. Eén Ik hier, bij de kinderen en de rest van de dierentuin en één Ik op een tropisch eiland, op een luxe ligbed, onder een palmboom, een cocktail binnen handbereik. De Ik die thuisbleef zou de hele dag pedagogisch verantwoord opvoeden, geduldig, liefdevol en onuitputtelijk pleisters plakken, troosten, aanmoedigen en creatieve uitspattingen bedenken, geknuffeld worden door plakkerige mannetjes en harige katertjes, want de andere Ik tankt energie bij voor twee. Elke avond syncen de Ikken via internet de ervaringen van de steehome-Ik en de energie van de steerelaxt-Ik en ben Ik weer opgelucht en blij klaar voor de volgende dag. Heerlijk. Ik ontdek terplekke een gat in de markt. Nu nog ee