'Ik ben een olifant!' roept Uk en spring-schuift met een grote plons in bad. De vergelijking gaat aardig op want er ontstaat een vloedgolf die nét iets hoger is dan de badrand. De golf landt op de badkamertegels en verplaatst zich naar de deur. Snel vis ik wat handdoeken uit de la en probeer de ellende op te dweilen. Ik werp een boze blik op Uk, die hij beantwoordt met een grijns. Ik kan er niks aan doen. Ik moet ook lachen, maar daarmee ontketen ik een waar waterballet. Hij kijkt naar zijn grote broer en partner-in-crime en tilt zijn kleine, mollige beentje op. Onder een luid: 'hajepoooo' landt het beentje in het water en vliegen de spetters in het rond. Grote broer vindt het nu ook een leuk spelletje en doet enthousiast mee. Binnen een mum van tijd is alles nat. Ik ook. Nu toch maar even streng toespreken dan, maar net als ik daar aan wil beginnen komt mijn lief de badkamer binnen. Hij kijkt me aan, lacht en dan gaat mijn fantasie met me aan de haal. Hij kijkt rond, ziet de schade en zegt: doe je mee? Doe je mee? Ach wel ja. En we nemen niet de moeite om ons uit te kleden, maar springen me kleren en al in bad. Even is er veel kabaal, dan volgt verbazing en een plotselinge stilte. Maar de kinderen herpakken zich en feesten lekker mee. Water gutst met liters tegelijk over de badrand, meubels komen voorbij drijven en in de verte klinkt de sirene van de brandweer. De flessen schuim die op de badrand staan verdwijnen in het water en veroorzaken een waar schuimWalhalla. We zien geen hand meer voor ogen en glijden via de trap naar buiten, recht in de armen van 12 heel plezierig ogende mannen in een brandweerpak (in je fantasie kan alles). Zucht. Ik word wakker geschud door een druppel op m'n neus en kijk in drie paar verbaasde ogen. Dan lach ik en zeg ik zachtjes tegen mijn jongste dat hij misschien beter een klein tropisch visje na kan doen.
‘Oké, dus we gaan onze stakingsdag wat meer ruchtbaarheid geven? Een beetje meer geluid uit de praktijk? Goed idee?’ We hebben een studiemiddag en met het hele team zitten we bij elkaar. Wat gaan we doen 12 december en hoe pakken we dit aan? Allereerst vormen we een werkgroep. Eén collega stelt voor om een column te schrijven over de reden waarom we gaan staken. Het moet een verhaal uit de onderwijspraktijk worden dat alle argumenten ondersteunt en kleur geeft. Maar hoe maak je dan duidelijk hoe urgent het probleem is, zonder te verzanden in een klaagzang of een waslijst met werkzaamheden? Met deze zogenaamde breinbreker gaan wij aan het einde van middag naar huis. Als ik thuis aan tafel samen met mijn oudste zoon een puzzel van 1000 stukjes probeer op te lossen, denk ik na over de column. En ineens weet ik het: het gepuzzel doet me denken aan ons kunst- en vliegwerk wanneer wij vervanging zoeken. Het zoeken naar stukjes, het passen en meten, de frustratie als het juiste stukje niet
Reacties
Een reactie posten