Doorgaan naar hoofdcontent

Factor 100

Of ik altijd met factor 100 smeer? Vraagt mijn buurman, terwijl ik naast hem neerplof op een bankje in de speeltuin. Ik kijk naar zijn bruine en mijn witte benen en mompel iets over een gevoelige huid. Natuurlijk zet die opmerking me meteen weer aan het denken. Ik ben gezegend met een roomblanke huid, zoeen die langzaam kleurt en snel verbrand. Jarenlang heb ik gefrustreerd naast mijn lief-met-Indische-roots gelopen, die al bruin wordt van een zonnig weerbericht. Inmiddels doet het me niks meer. Dacht ik. Ondertussen zitten we al een uurtje op dat bankje in de zon en begin ik me af te vragen of ik me niet in moet smeren. Dat wordt natuurlijk een gênante vertoning: wit smeersel op die witte benen en bovendien: ik heb niks bij me. Ik besluit het niet te doen. Zal best meevallen, die zonkracht. We keuvelen gezellig verder en genieten van onze spelende kinderen, een lekker drankje bij de hand. Aan het einde van de middag vertrekt de buurman weer naar huis, zijn dochters én mijn zoon in zijn kielzog. Wat fijn, even tijd voor mezelf! Ik spoed me naar huis en loop langs een spiegel naar de woonkamer. In de woonkamer draai ik me om. Wat zag ik nou net? Ik loop langzaam terug naar de spiegel en werp een schuchtere blik op mezelf. Een bruin hoofd! Toch? Voor de zekerheid zet ik m'n zonnebril af en kijk nog eens goed. Twee witte vlekken in een rood hoofd kijken me aan. Als m'n lief 's avonds thuiskomt moet hij lachen. Of we morgen zullen ruilen? Hij in de zon en ik aan het werk? Het lijkt me een prima plan.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gepuzzel op hoog niveau

‘Oké, dus we gaan onze stakingsdag wat meer ruchtbaarheid geven? Een beetje meer geluid uit de praktijk? Goed idee?’ We hebben een studiemiddag en met het hele team zitten we bij elkaar. Wat gaan we doen 12 december en hoe pakken we dit aan? Allereerst vormen we een werkgroep. Eén collega stelt voor om een column te schrijven over de reden waarom we gaan staken. Het moet een verhaal uit de onderwijspraktijk worden dat alle argumenten ondersteunt en kleur geeft. Maar hoe maak je dan duidelijk hoe urgent het probleem is, zonder te verzanden in een klaagzang of een waslijst met werkzaamheden? Met deze zogenaamde breinbreker gaan wij aan het einde van middag naar huis. Als ik thuis aan tafel samen met mijn oudste zoon een puzzel van 1000 stukjes probeer op te lossen, denk ik na over de column. En ineens weet ik het: het gepuzzel doet me denken aan ons kunst- en vliegwerk wanneer wij vervanging zoeken. Het zoeken naar stukjes, het passen en meten, de frustratie als het juiste stukje niet

geen fijne dag

Swieber, onze mooie rooie kater van nog geen jaar oud is overleden. Overreden moet ik misschien zeggen, want dat is helaas het geval. Als Manlief op goed geluk op de site van Amivedi kijkt omdat onze mooie rooie vannacht niet thuis gekomen is, verstrakt zijn blik en zucht hij dat we niet meer verder hoeven te zoeken. Ik kan het niet geloven en huil van schrik dikke tranen. Onze mannetjes zien het gebeuren en vragen bezorgd wat er aan de hand is. Als ik vertel dat Swieber dood is en nooit meer terug komt, zijn ze even van de wijs. Uk komt naar me toe. ' kusje mama?' en hij geeft een lief Peuterzoentje op m'n wang. Hij kijkt nog even of het helpt, klimt in m'n armen ('mama ik wil jou tillen') en aait zachtjes met zijn peuterhandjes over m'n wangen. 'Hoef je nu niet meer te huilen mama?' Oudste Zoon wil alles weten. 'Hoe kan dat dan? Waar is hij nu? Komt hij echt niet meer terug? Mama, ik mis Swieber zo erg! Is hij nu een sterretje? Maar ik zie hem

Heerlijk, die sneeuw?

-Mam, ik ga naar buiten hoor! -ja is goed mannetje, veel plezier! -mam... -ja? -wil je me even helpen met aankleden? -tuurlijk, kom maar hier Dikke vijf minuten later staat er een ingepakt mannetje buiten; moonboots aan (in alle haast nieuw gekocht vandaag, de oude pasten niet meer), skibroek, winterjas, sjaal, handschoenen en bovenop zijn hoofd een muts. Een mooi kadootje; alleen de strik ontbreekt. Ik wens hem veel plezier en wil net aan m'n kopje thee beginnen als mannetje twee zijn wens (die hij eerder niet had, daar had ik uiteraard vooraf naar geïnformeerd) uit: -mama, mag ik ook naar buiten? -tuurlijk mannetje, zal ik even helpen? Weer dik vijf minuten later staat mannetje twee buiten; zelfde soort outfit, maatje kleiner. Ze spelen nog geen tien minuten (mijn thee was uiteraard koud, ik was net nieuw water op aan het zetten) als mannetje één weer terugkomt. -mama, ik heb het zo koud en mijn handschoenen zijn kletsnat! -kom maar lekker binnen spelen dan, is dat ee