Doorgaan naar hoofdcontent

geen fijne dag


Swieber, onze mooie rooie kater van nog geen jaar oud is overleden. Overreden moet ik misschien zeggen, want dat is helaas het geval. Als Manlief op goed geluk op de site van Amivedi kijkt omdat onze mooie rooie vannacht niet thuis gekomen is, verstrakt zijn blik en zucht hij dat we niet meer verder hoeven te zoeken. Ik kan het niet geloven en huil van schrik dikke tranen. Onze mannetjes zien het gebeuren en vragen bezorgd wat er aan de hand is. Als ik vertel dat Swieber dood is en nooit meer terug komt, zijn ze even van de wijs. Uk komt naar me toe. ' kusje mama?' en hij geeft een lief Peuterzoentje op m'n wang. Hij kijkt nog even of het helpt, klimt in m'n armen ('mama ik wil jou tillen') en aait zachtjes met zijn peuterhandjes over m'n wangen. 'Hoef je nu niet meer te huilen mama?' Oudste Zoon wil alles weten. 'Hoe kan dat dan? Waar is hij nu? Komt hij echt niet meer terug? Mama, ik mis Swieber zo erg! Is hij nu een sterretje? Maar ik zie hem niet, er zijn alleen maar wolken'. Uk suggereert dat zijn grote broer wel naar Swieber kan kijken met zijn 'verderkijker'. Ik geef hem een knuffel. Van Amivedi krijgen we een foto ter identificatie. Het is een nette foto, het lijkt of hij slaapt. Ik laat 'm aan de jongens zien. 'Zie je? Het lijkt net of hij slaapt, maar hij leeft echt niet meer. Hij is dood'. Oudste kijkt en snapt het. Het is echt zo, hij ziet het ook.

Ze bellen samen oma, om het te vertellen, en we horen het hele verhaal tot in detail terug. 'Oma, we hebben nog maar één poes', zegt Oudste 'Swieber is dood'. Hij windt er in ieder geval geen doekjes om. Oma schrikt even, maar herstelt zich en kletst meelevend met haar beide kleinzoons. Het helpt, ze vinden het fijn. Oudste vertelt gedetailleerd en duidelijk. Uk hangt een heel verhaal op, nogal onsamenhangend voor zijn doen. Maar oma snapt alles.

Als we de jongens naar bed brengen lijkt Uk het al vergeten te zijn. Hij heeft vooral oog voor zijn Pannenkoekenboek, dat hij graag zelf wil 'voorlezen'. Oudste kijkt nog even naar buiten of hij een sterretje ziet en zegt dat Swieber even rust moet hebben achter de wolken en dat hij straks een sterretje wordt. Daarna doet hij nog even voor hoe een dode poes eruit ziet. 'Kijk mama, zó!' en hij gaat net zo liggen als Swieber op de foto. 'Zo liggen dode poesjes'. Hij zegt dat het 'geen fijne dag was vandaag, hè mama?'. Als ik hem er aan herinner dat hij vandaag twee politieauto's gezien heeft op school, mét zwaailicht en sirene en dat hij zo'n knap muisje was bij het weekslot, geeft hij me gelijk: 'het begin van de dag was wél leuk, maar het einde niet'. En dat ben ik grondig met hem eens.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gepuzzel op hoog niveau

‘Oké, dus we gaan onze stakingsdag wat meer ruchtbaarheid geven? Een beetje meer geluid uit de praktijk? Goed idee?’ We hebben een studiemiddag en met het hele team zitten we bij elkaar. Wat gaan we doen 12 december en hoe pakken we dit aan? Allereerst vormen we een werkgroep. Eén collega stelt voor om een column te schrijven over de reden waarom we gaan staken. Het moet een verhaal uit de onderwijspraktijk worden dat alle argumenten ondersteunt en kleur geeft. Maar hoe maak je dan duidelijk hoe urgent het probleem is, zonder te verzanden in een klaagzang of een waslijst met werkzaamheden? Met deze zogenaamde breinbreker gaan wij aan het einde van middag naar huis. Als ik thuis aan tafel samen met mijn oudste zoon een puzzel van 1000 stukjes probeer op te lossen, denk ik na over de column. En ineens weet ik het: het gepuzzel doet me denken aan ons kunst- en vliegwerk wanneer wij vervanging zoeken. Het zoeken naar stukjes, het passen en meten, de frustratie als het juiste stukje niet...

Spierbal

'Mama, Uk heeft de bal over de schutting gegooid', klikt Oudste Zoon. Ik kijk naar Uk, die met grote ogen terug kijkt -handjes op zijn rug- en bevestigend knikt. Het is zo. De bal ligt bij de buren. En nu we toch aan het biechten zijn: bij de andere buren ligt er ook één. Ik probeer zo goed als dat gaat pedagogisch-boos te kijken en zeg dat hij die dan zelf maar op moet halen. Via de voordeur wel te verstaan. Uk draait met zijn oogjes, heft zijn handjes met veel gevoel voor drama ten hemel en zucht: 'oké, mama'. Grote Broer vindt het wel interessant allemaal en biedt aan om mee te gaan om te helpen, 'want Uk kan niet bij de bel'. Ze lopen hand in hand naar de buren waar Oudste Zoon op het raam klopt (hij kan ook niet bij de bel) en de mannen samen in spanning afwachten. De buurvrouw doet open en Uk bekent onmiddellijk schuld: 'mag ik mijn spierbal terug?'. Onze buurvrouw is een dame op leeftijd. Ze kijkt hem aan en zoekt dan hulp bij mij. 'Hij bedoe...

Nieuwe schoenen?

Dat je jezelf hoort zeggen: ‘doe je een beetje voorzichtig met je nieuwe schoenen’, terwijl je natuurlijk ook wel weet dat het geen donder uitmaakt wat je zegt. Die schoenen gaan er aan. Maar in je enthousiasme voor de nieuwe schoenen roep je het toch en iets te vaak, met als gevolg dat zoonlief zijn nieuwe schoenen consequent links laat liggen en kiest voor die foeilelijke, afgetrapte sneakers die met draadjes aan elkaar hangen, maar die ‘zo lekker voetballen’. Ok, missie geslaagd: de peperdure schoenen blijven netjes. Prima toch? Maar in een helder moment kom je tot inkeer. Plotsklaps is daar de angst dat ze dat zullen blijven tot het moment komt waarop ze niet meer passen. Dat moment komt dichterbij, dat moment is bijna, dat is misschien wel nu. Dat is er namelijk áltijd van de ene op de andere dag. Paniek! De schoenen moeten gedragen worden. En wel nú! Maar zoonlief weigert mee te waaien met de nukken van z’n moeder en is dus niet zomaar om te praten. Maar je zet door en het nieuw...