Doorgaan naar hoofdcontent

Not my day

Het is zo'n ochtend... Je weet wel, het loopt niet.
Eerst vergeet ik het knuffelkonijn van Uk mee naar school te nemen. Ze vieren vandaag dierendag en de kleuters mogen allemaal hun liefste knuffeldier meenemen. Uk huilt een hele dikke traan. Ik kijk schuldbewust naar m'n kleine mannetje. 'Welke wilde je meenemen dan?', vraag ik. 'Mijn konijn', zegt Uk 'en nou mag ik zo de klas niet in'. De tranen stromen nu echt over zijn wangen. Ik troost hem en vertel dat dat niet zo'n vaart zal lopen. 'Het is ook mijn school, Uk. Geloof me, ik weet dat'. Ik beloof hem dat ik Konijn ga halen en hem snel zal komen brengen. Ik heb nog wel even nog tijd, dus ik sjees naar huis op de fiets en ontdek halverwege dat ik Uk's tas nog om heb. Pfff, dat gaat lekker. Gelukkig kan ik 'm zo mooi nog even brengen. Eenmaal thuis is het eerst tijd voor een glas water. Twee tellen zitten, de tas gaat af. Konijn ligt op de grond zie ik nu, naast de bank. Ik vermoed een mislukte poging om toch mee te kunnen deze morgen. Helaas. Daarna gauw naar school, waar ik uiteraard tot de ontdekking kom dat ik Konijn nu wel bij me heb, maar dat Uk's tas nog thuis ligt. Ik beloof Uk dat ik ook die nog na kom brengen. Straks.
Zen.
Ik race in m'n autootje naar het ziekenhuis voor een afspraak met een specialist. Gelukkig weet de assistente me op te beuren: 'u bent ruim 4 kg afgevallen mevrouw'. Ik kijk blij, maar ze was nog niet klaar 'sinds 2012'. Ach. Slow diets are the best, nietwaar?
Mijn bezoekje aan het ziekenhuis eindigt met een bloedonderzoek. Ik ga netjes in de rij staan, net achter twee dames met de omvang van een olietanker. Dat ik er niet ver naast zit met mijn typering blijkt al snel. De ene dame draait zich naar me om en glimlacht lief. 'Wat leuk, ben je zwanger?' Ik kijk haar niet-begrijpend aan. 'Eh, nee. Waarom denk je dat?' Ze vertrekt geen spier. 'O, ik dacht dat ik een klein buikje zag'. Daarna draait ze zich weer om (haar buik er in slow motion achteraan) en begint tegen haar vriendin over kleine en grote buikjes tijdens zwangerschappen. Mooi is dat. Ik kijk naar m'n buik. Er hebben twee prachtige kinderen in gezeten en dat is niet zonder gevolgen gebleven. Dat weet ik ook wel. Maar een buikje waardoor je een zwangerschap zou vermoeden? Een die, kennelijk, ver genoeg gevorderd is om er iets over te (durven) zeggen? Hm.
Als ik weer thuis ben, kijk ik nog even in de spiegeling van de ovenruit. Het valt best mee. Echt. Dat mens is gewoon niet wijs. Ze had zelf makkelijk zwanger kunnen zijn van een onderzeeër. Toch kleed ik me snel om (ik ben er plotseling van overtuigd dat het aan m'n shirt ligt en niet aan het beoordelingsvermogen van deze eh, robuuste dame) en spring ik even later op de fiets naar Uk om zijn tas te brengen. Verbranden zullen ze. De calorieën.
Het is heerlijk weer dus ik fiets nog even door naar het winkelcentrum. Today is not my day, zoveel is duidelijk. Maar ach, het kan altijd erger. Ik fiets langs de lekkerste banketbakker van Nederland.
En wat doe je dan, als het je dag niet is?

Juist.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gepuzzel op hoog niveau

‘Oké, dus we gaan onze stakingsdag wat meer ruchtbaarheid geven? Een beetje meer geluid uit de praktijk? Goed idee?’ We hebben een studiemiddag en met het hele team zitten we bij elkaar. Wat gaan we doen 12 december en hoe pakken we dit aan? Allereerst vormen we een werkgroep. Eén collega stelt voor om een column te schrijven over de reden waarom we gaan staken. Het moet een verhaal uit de onderwijspraktijk worden dat alle argumenten ondersteunt en kleur geeft. Maar hoe maak je dan duidelijk hoe urgent het probleem is, zonder te verzanden in een klaagzang of een waslijst met werkzaamheden? Met deze zogenaamde breinbreker gaan wij aan het einde van middag naar huis. Als ik thuis aan tafel samen met mijn oudste zoon een puzzel van 1000 stukjes probeer op te lossen, denk ik na over de column. En ineens weet ik het: het gepuzzel doet me denken aan ons kunst- en vliegwerk wanneer wij vervanging zoeken. Het zoeken naar stukjes, het passen en meten, de frustratie als het juiste stukje niet

geen fijne dag

Swieber, onze mooie rooie kater van nog geen jaar oud is overleden. Overreden moet ik misschien zeggen, want dat is helaas het geval. Als Manlief op goed geluk op de site van Amivedi kijkt omdat onze mooie rooie vannacht niet thuis gekomen is, verstrakt zijn blik en zucht hij dat we niet meer verder hoeven te zoeken. Ik kan het niet geloven en huil van schrik dikke tranen. Onze mannetjes zien het gebeuren en vragen bezorgd wat er aan de hand is. Als ik vertel dat Swieber dood is en nooit meer terug komt, zijn ze even van de wijs. Uk komt naar me toe. ' kusje mama?' en hij geeft een lief Peuterzoentje op m'n wang. Hij kijkt nog even of het helpt, klimt in m'n armen ('mama ik wil jou tillen') en aait zachtjes met zijn peuterhandjes over m'n wangen. 'Hoef je nu niet meer te huilen mama?' Oudste Zoon wil alles weten. 'Hoe kan dat dan? Waar is hij nu? Komt hij echt niet meer terug? Mama, ik mis Swieber zo erg! Is hij nu een sterretje? Maar ik zie hem

Pomme en Zwieber

Hoera, ze zijn er! Onze nieuwe harige huisgenootjes! Zodra we thuis komen bevrijden we ze uit hun reismandje. Schuchter snuffelend stappen ze rond, langzaam hun nieuwe onderkomen ontdekkend. Het ziet er schattig uit. Zodra m'n jongste zoon thuis komt is het echter gedaan met de rust. Onder een luid: jaaaaa, poesjes!! ren-huppelt hij door de kamer, zigzaggend achter Pomme en Zwieber aan. De katertjes schieten onder de bank, maar vinden daar geen rust, want Peuter is nog klein en glijdt er met gemak achteraan. Daarom vliegen ze weer onder de bank vandaan, recht in de armen van m'n oudste. Die is niet te beroerd om ze even op te tillen en uitgebreid te knuffelen. Hij geniet. Van de katjes weet ik dat niet zeker. Gelukkig is het bijna bedtijd, dat geeft rust. Na een paar dagen tillen, knuffelen, rennen, spelen, vluchten, op tafels en in kasten klimmen, begint het te wennen, die nieuwe huisgenoten. Ik vis ze geroutineerd uit de vaatwasser, van het aanrecht en uit een ladekastje, de