Doorgaan naar hoofdcontent

Snuffelen

Uk en ik gaan samen even naar de Emmaus. Dit is een uitstapje waar beide mannetjes zich altijd op verheugen, want er valt van alles te zien en van die lieve, vaak niet meer zo piepjonge, vrijwilligsters krijgen ze regelmatig wat toegestopt. Maar nu is Oudste naar zwemles, dus hebben wij even 'tijd voor onszelf'. Onderweg naar de Emmaus raken we even licht vertraagd door de plaatselijke schoenenwinkel (mama, die vind ik stoer voor jou! Gotta love him).

In de schoenenwinkel overstemt het geluid van een sirene geleidelijk de lichte muziek. Het is de sirene van een brandweer en hij komt best dichtbij, lijkt het. Uk rent naar buiten en de niet meer zo piepjonge verkoopster en ik snellen er achteraan. Ik til Uk op, want rondscheurende brandweerwagens met sirene en zwaailicht voorspellen vaak niet veel goeds. Even verderop staat een politiewagen en de brandweerwagen die we eerder hoorden en op de achtergrond zwelt het geluid aan van nóg een brandweerwagen. Uk springt nog net niet uit m'n armen van enthousiasme. De verkoopster moet er om lachen, net als een paar voorbij wandelende dames (eveneens op leeftijd, wat is dat toch?). Het gerucht gaat als een vuurtje: er is een gaslek veroorzaakt door graafwerkzaamheden. Hm.. dat lijkt me niet ongevaarlijk en ik twijfel wat ik moet doen. Ik zie dat de ingang van de Emmaus nog te bereiken is en ook dat er veel mensen gewoon nog lekker aan het snuffelen zijn (naar tweedehands spullen uiteraard, niet naar een gaslucht). De politie en brandweer zijn wel druk doende, maar niemand wordt weggestuurd en het lijkt er ook niet op dat dit gaat gebeuren. Toch maar naar de Emmaus dan. Ik maak Uk zeer gelukkig met m'n beslissing, want nu wandelen we heel dicht langs twéé brandweerwagens en een hele horde bijpassende mannen. Eenmaal in de Emmaus lijkt hij afgeleid, maar in de bak met autootjes -kijk, Uk een cabriolet- blijkt hij toch weer op zoek naar een brandweerauto.

In het tweede deel van de Emmaus, aan de voorkant van het gebouw, begint Uk te protesteren. Zoveel brandweerwagens en mama wil maar blijven snuffelen. Straks zijn al die prachtige wagens nog weg! Ik stel hem gerust, laat hem zien waar hij goed kan kijken en voor ik het weet zitten Uk en ik samen in de etalage van de Emmaus. Ik schaam me nergens meer voor. Buiten zijn de brandweermannen nog steeds druk in de weer. Er wordt driftig heen en weer gelopen en het lijkt even of ze weg zullen gaan. Dit stelt me gerust (zie je wel, het valt wel mee met dat lek), maar de situatie is toch een tikkeltje anders: een van de drukke brandweermannen heeft ineens een rol met rood-wit lint gepakt en begint nu alles af te zetten. Oeps. Toch maar gauw afronden hier. Buiten wordt er nog steeds niet overgegaan tot ontruiming, maar zie ik wel ineens een plaatselijke bekende: de burgemeester komt aangesneld. Hm.
Uk en ik lopen samen verder. Uk stuiterend van blijdschap, ik zeer alert op het gedrag van de brandweermannen. Uk laat ondertussen een verbluffende gelijkenis zien met het jongetje van de bekende reclame over de 'takelauto-takelauto-takelauto!' en springt van het ene been op het andere terwijl hij met een niet te missen volume naar iedere brandweer man: 'meneer, meneer, ik ben óók brandweerman!!' roept. Helaas hebben de brandweermannen het onverminderd druk en kan er nog geen knipoog vanaf. Voor mij definitief het sein dat het serieus is en nu toch echt tijd wordt om te vertrekken, ondanks de nog steeds toekijkende menigte. Hoe sneu ook voor Uk, we gaan. Helemaal nu ik even verderop een controlecentrum en een ambulance zie staan en de lucht opnieuw gevuld raakt met het de gillende sirenes van een naderende brandweerwagen. Nóg een. Ik sleep Uk mee. We hebben genoeg gesnuffeld vandaag.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gepuzzel op hoog niveau

‘Oké, dus we gaan onze stakingsdag wat meer ruchtbaarheid geven? Een beetje meer geluid uit de praktijk? Goed idee?’ We hebben een studiemiddag en met het hele team zitten we bij elkaar. Wat gaan we doen 12 december en hoe pakken we dit aan? Allereerst vormen we een werkgroep. Eén collega stelt voor om een column te schrijven over de reden waarom we gaan staken. Het moet een verhaal uit de onderwijspraktijk worden dat alle argumenten ondersteunt en kleur geeft. Maar hoe maak je dan duidelijk hoe urgent het probleem is, zonder te verzanden in een klaagzang of een waslijst met werkzaamheden? Met deze zogenaamde breinbreker gaan wij aan het einde van middag naar huis. Als ik thuis aan tafel samen met mijn oudste zoon een puzzel van 1000 stukjes probeer op te lossen, denk ik na over de column. En ineens weet ik het: het gepuzzel doet me denken aan ons kunst- en vliegwerk wanneer wij vervanging zoeken. Het zoeken naar stukjes, het passen en meten, de frustratie als het juiste stukje niet

geen fijne dag

Swieber, onze mooie rooie kater van nog geen jaar oud is overleden. Overreden moet ik misschien zeggen, want dat is helaas het geval. Als Manlief op goed geluk op de site van Amivedi kijkt omdat onze mooie rooie vannacht niet thuis gekomen is, verstrakt zijn blik en zucht hij dat we niet meer verder hoeven te zoeken. Ik kan het niet geloven en huil van schrik dikke tranen. Onze mannetjes zien het gebeuren en vragen bezorgd wat er aan de hand is. Als ik vertel dat Swieber dood is en nooit meer terug komt, zijn ze even van de wijs. Uk komt naar me toe. ' kusje mama?' en hij geeft een lief Peuterzoentje op m'n wang. Hij kijkt nog even of het helpt, klimt in m'n armen ('mama ik wil jou tillen') en aait zachtjes met zijn peuterhandjes over m'n wangen. 'Hoef je nu niet meer te huilen mama?' Oudste Zoon wil alles weten. 'Hoe kan dat dan? Waar is hij nu? Komt hij echt niet meer terug? Mama, ik mis Swieber zo erg! Is hij nu een sterretje? Maar ik zie hem

Heerlijk, die sneeuw?

-Mam, ik ga naar buiten hoor! -ja is goed mannetje, veel plezier! -mam... -ja? -wil je me even helpen met aankleden? -tuurlijk, kom maar hier Dikke vijf minuten later staat er een ingepakt mannetje buiten; moonboots aan (in alle haast nieuw gekocht vandaag, de oude pasten niet meer), skibroek, winterjas, sjaal, handschoenen en bovenop zijn hoofd een muts. Een mooi kadootje; alleen de strik ontbreekt. Ik wens hem veel plezier en wil net aan m'n kopje thee beginnen als mannetje twee zijn wens (die hij eerder niet had, daar had ik uiteraard vooraf naar geïnformeerd) uit: -mama, mag ik ook naar buiten? -tuurlijk mannetje, zal ik even helpen? Weer dik vijf minuten later staat mannetje twee buiten; zelfde soort outfit, maatje kleiner. Ze spelen nog geen tien minuten (mijn thee was uiteraard koud, ik was net nieuw water op aan het zetten) als mannetje één weer terugkomt. -mama, ik heb het zo koud en mijn handschoenen zijn kletsnat! -kom maar lekker binnen spelen dan, is dat ee