Het is zo'n dag waarop er niks uit mijn handen komt. Ik ben al een uur moed aan het verzamelen om naar de supermarkt te gaan. Het lukt nog niet erg. Ik zie op tegen het inpakken van twee kleine mannetjes die straks hun energie kwijt willen met twee kleine supermarktkarretjes. En dan heb ik het nog niet eens over het aantal keer dat Uk roept dat hij het 'zelluf' wil doen, de driftbui die volgt als het niet mag of lukt en dat mijn oudste steevast de helft van de supermarktinventaris mee wil nemen. Bovendien heb ik ernstig gebrek aan inspiratie als het gaat om het bedenken van een menu voor vanavond. Dat het de hele dag al regent helpt natuurlijk ook niet. Ondertussen doe ik kleine klusjes: de kattenbak verschonen, de etensbakjes dan ook meteen maar, eten maken voor de mannen, luiers verschonen, vaatwasser in- en uitruimen, keuken opruimen, melancholisch door fotoboeken van zonnige vakanties bladeren en tussen de buien door de logeercavia's voeren, want die staan buiten. De woonkamer is tijdens deze binnendag omgetoverd tot een trainingskamp voor Olympisch talent: speelgoedhorde lopen, Playmobil werpen, brandweerauto stoten, je kunt er met een beetje fantasie zelfs een alpinesport beoefenen. Wie weet staan Lief en ik over een jaar of achttien (dat kan niet, het moet keer vier...) eh, over een jaar of twintig wel te glunderen langs de lijn bij atletiek in Wladiwostok 2032, maar nu zie ik vooral een grote puinhoop. Ondertussen komt daar spontaan de oplossing voor mijn supermarktprobleem. Lief mailt dat hij zo naar huis komt en vraagt of hij wat mee moet nemen. Briljante man! Blij mail ik hem mijn boodschappenlijstje door. Maar ik vergeet nog wat en stuur nog snel even een kleine aanvulling. En daarna nog één, en nog één. Of we niet beter kunnen verhuizen, is het antwoord. Naar de supermarkt. Ik zie mogelijkheden. Komt het toch nog goed vandaag.
‘Oké, dus we gaan onze stakingsdag wat meer ruchtbaarheid geven? Een beetje meer geluid uit de praktijk? Goed idee?’ We hebben een studiemiddag en met het hele team zitten we bij elkaar. Wat gaan we doen 12 december en hoe pakken we dit aan? Allereerst vormen we een werkgroep. Eén collega stelt voor om een column te schrijven over de reden waarom we gaan staken. Het moet een verhaal uit de onderwijspraktijk worden dat alle argumenten ondersteunt en kleur geeft. Maar hoe maak je dan duidelijk hoe urgent het probleem is, zonder te verzanden in een klaagzang of een waslijst met werkzaamheden? Met deze zogenaamde breinbreker gaan wij aan het einde van middag naar huis. Als ik thuis aan tafel samen met mijn oudste zoon een puzzel van 1000 stukjes probeer op te lossen, denk ik na over de column. En ineens weet ik het: het gepuzzel doet me denken aan ons kunst- en vliegwerk wanneer wij vervanging zoeken. Het zoeken naar stukjes, het passen en meten, de frustratie als het juiste stukje niet
Reacties
Een reactie posten